Adviezen

Thermisch verzinken is de beste keuze

Thermisch verzinken is de beste manier om staal te conserveren. De basis voor een goede verzinkkwaliteit wordt gelegd bij het ontwerp van de constructie. Indien je onze adviezen volgt, ben je verzekerd van optimale kwaliteit.

Afmetingen zinkkuip

Houd rekening met de bruikbare afmetingen van onze zinkkuip: 7500 mm lang, 1450 mm breed en 2700 mm diep.

Staalkwaliteit

Gebruik alleen goed verzinkbaar staal (Si + 2,5 P <=0,09%) en vermijd de combinatie van oud en nieuw staal of verschillende staalsoorten. Gebruik indien mogelijk staal zonder walsfouten.

  • Verwerk geen thermisch of elektrolytisch verzinkte onderdelen (ook geen bouten of moeren) in je te verzinken constructie.
  • Verwerk geen gemeniede of geverfde onderdelen in je constructie.
  • Verwerk geen gietstaal of gietijzer in je constructie.
  • Verwijder alle merktekens van vetkrijt, verf en viltstift. Kalkhoudend krijt hindert niet.
  • Verwijder overtollige olie en vet. Pons- en snijolie hinderen niet.
  • Verwijder lasspetters.
  • Materiaal moet vrij zijn van vernis en siliconen. Siliconen komen vaak voor in lassprays. Vermijd het gebruik ervan en indien dit niet kan, gebruik dan een siliconenvrije lasspray.
  • Lassen moeten gesloten en zonder kraters zijn. Gebruik siliciumarme laselektrodes (Si<0,7%).
  • Het lassen van thermisch verzinkt staal moet worden vermeden en kan alleen met speciale elektrodes en met een goede rookafzuiging. Zinkrook veroorzaakt klachten bij inademen.

In- en uitvloeigaten voor het verzinken

  • Breng voldoende in- en uitvloeigaten aan zodat je constructies vlot kunnen gedompeld worden. Wat nog belangrijker is: breng de gaten op de juiste plek aan! Hekwerk moet intern geboord zijn.
  • Het materiaal wordt gedompeld in vloeibaar zink op 450 graden Celsius. Zink en lucht moeten vrij in en uit het materiaal kunnen vloeien. Afgesloten ruimtes kunnen exploderen, met verlies van je constructie en met veiligheidsrisico’s als gevolg!  Raadpleeg ons bij twijfel over de positie en grootte van deze gaten! Storende gaten in het zichtvlak van de constructie kunnen worden weggewerkt met aluminium inslagnokjes.
  • In de tabel hieronder lees je hoe groot de gaten horen te zijn. Ook bij okselstukken, verstevigingplaatjes, kop- en voetplaten dien je uitsparingen te voorzien om lucht en zink vrij door te laten. Bij tanks en vaten geldt dat een gat van 100 mm diameter nodig is voor een inhoud van 500 liter.
  • Boor gaten voor bouten minstens 1,5 mm groter dan normaal.

Het juiste gat in het juiste profiel

Afmetingen in mm.

1 2 4
Kleiner dan
30 30 40 x 20 12 10  
40 40 50 x 30 14 12  
50 50 60 x 40 16 12  
60 60 80 x 40 20 12 10
80 80 100 x 60 20 16 10
100 100 120 x 80 25 20 12
120 120 160 x 80 30 25 20
160 160 200 x 120 40 25 25
200 200 260 x 140 50 30 25

 

Montage thermisch verzinkte constructies

  • Monteer thermisch verzinkte constructies met thermisch verzinkte bouten en moeren, en niet met RVS of elektrolytische bevestigingsmaterialen. Het optappen van inwendige draad (moeren, gaten) heeft geen nadelige gevolgen voor de corrosiewering, omdat de zinklaag op de bout de moer of het gat kathodisch beschermt.
  • Na het verzinken kan je gaten met schroefdraad optappen.
  • Voorzie voldoende ophangpunten en hijsogen. Het ontbreken ervan heeft nadelige invloed op de kwaliteit. Normaal hangt je constructie met de zwaarste zijde onder, onder een hoek van ongeveer 35 graden.
  • Vermijd het thermisch verzinken van scharnieren en grendels of andere bewegende delen. In voorkomend geval dient een speling van 2 mm te worden voorzien.

Thermische vervorming

  • Je kan thermische vervorming voorkomen indien je erbij stilstaat dat je constructie wordt gedompeld bij een temperatuur van 450 graden Celsius. Bij deze temperatuur zet staal uit met ongeveer 4 mm per meter. Naargelang de dikte van het materiaal gebeurt deze uitzetting langzamer of sneller. Hoe dunner het materiaal, hoe sneller de uitzetting. Gebruik daarom geen materiaal met verschillende diktes in een verhouding groter dan 1 op 2.
  • Vervormingen van het materiaal zijn meestal te wijten aan het vrijkomen van inwendige spanning, of door spanning die je zelf inbrengt bij het (fout) samenstellen van de constructie. Je kan deze vervorming voorkomen door:
    • Symmetrisch te ontwerpen.
    • De juiste lasvolgorde aan te houden.
    • Richtspanning en spanning door koudevervorming te vermijden.
    • Constructies in plaatmateriaal zo te ontwerpen dat de uitzetting en inkrimping gelijkmatig in alle richtingen kan verlopen.
    • Het aanbrengen van gezette verstevigingen in het plaatoppervlak.
  • Gelaste verbindingen: Houd lassen goed gesloten en kratervrij. Laat geen kleine ruimtes tussen overlopende platen of profielen. Indien het niet anders kan, breng dan ontluchtingsgaten aan wanneer het contactvlak meer dan 70 cm² bedraagt.